Financiering

Inleiding

In deze financieringsparagraaf behandelen wij de voornemens voor 2017 op het gebied van het treasurybeleid. Wij zullen onder andere ingaan op de stand van de leningenportefeuille, het risicoprofiel, de belangrijkste ontwikkelingen en de beleidsvoornemens.

Wettelijk kader

De uitvoering van de gemeentelijke financieringsfunctie dient plaats te vinden binnen de kaders die gesteld zijn in de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido) en de Regeling Uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo). In de Wet fido staat risicobeheersing en transparantie centraal. Risicobeheersing richt zich op rente-, krediet- en valutarisico's (de laatste twee risico's zijn voor de gemeente Nieuwegein nauwelijks of niet van toepassing). De transparantie komt tot uitdrukking in de voorschriften voor een verplicht financieringsstatuut en een financieringsparagraaf in de begroting en in de jaarrekening. De Ruddo beperkt zich tot regelgeving omtrent het uitzetten van gelden. In het financieringsstatuut staan de kaders van het treasurybeleid, in de financieringsparagraaf geven we de richting van het beleid aan.

Ontwikkelingen en beleidsvoornemens

Als gevolg van de vele en grote investeringen die het afgelopen decennium zijn gedaan was sinds 2009 de gemeente een per saldo lenende gemeente geworden. De schuldenlast van de gemeente is in korte tijd fors opgelopen maar, zoals geraamd, is dit sinds 2014 gekenterd, de negatieve cashflow is omgeslagen in een goeddeels positieve. Inmiddels is de verwachting dat het teruglopen van de schuldenlast de komende paar jaar nog aanmerkelijk sneller zal gaan dan eerder begroot, met name door de aantrekkende verkoop van gronden in het Klooster. Als gevolg daarvan ontstaat nu zelfs een (voorlopig tijdelijk) liquiditeitenoverschot. Naar verwachting zal er in heel 2017 dan ook een liquiditeitenoverschot zijn dat, tegen 0%, zal worden gestald bij het Rijk. Het is wettelijk wel mogelijk, in het kader van het schatkistbankieren, om overtollige middelen te beleggen bij andere lagere overheden maar financieel is dat op dit moment niet aantrekkelijk, bij de huidige negatieve rente voor de korte termijn. Het liquiditeitsoverschot is voorlopig tijdelijk, naar verwachting zal in 2020 per saldo weer een tekort aan liquide middelen ontstaan, doordat dan inmiddels zoveel leningen vervallen zijn dat er geherfinancierd dient te worden. De looptijd van de dan nog ter herfinanciering af te sluiten leningen zal worden afgestemd op de toekomstige liquiditeitsprognose, waarbij we ervan uitgaan dat we op de echt langere termijn weer een beleggende gemeente kunnen worden.

Voor 2017 wordt een gemiddeld te betalen rente verwacht van 3,25%. Dat de marktrente het laatste jaar nog verder is weggezakt tot een werkelijk ongekend laag niveau heeft voor de gemeente geen verder voordelig effect meer doordat al onze rentelasten al vastliggen in eerder afgesloten langlopende contracten.
Al jaren hanteren we een vaste interne rekenrente van 4% maar we stellen voor deze voor 2017 te verlagen naar 3,5%. Dit percentage wordt gebruikt voor doorberekening van de rente aan investeringen en taakvelden. Alleen aan het grondbedrijf wordt altijd de werkelijke rente toegerekend. Overigens heeft het verlagen van de interne rekenrente geen budgettair effect, want een voordelig resultaat op de rente komt nu ook al rechtstreeks ten gunste van de exploitatie.

Vanaf 2018 treedt nieuwe regelgeving in werking waarbij de interne rentetoerekening mede afhankelijk is van de verhouding eigen-vreemd vermogen. Hierdoor zal het toe te rekenen rentepercentage nog verder verlagen.

Leningenportefeuille

Onderstaande tabel (2017 bevat inschattingen) geeft de omvang en ontwikkeling aan van de portefeuille aangetrokken en belegde middelen (x € 1.000).

Portefeuille-omvang

1-1-2013

1-1-2014

1-1-2015

1-1-2016

1-1-2017

Belegde gelden (U/G)

Lang

943

788

3.116

3.438

4.400

Kort (rek.courant)

2.996

5.808

4.000

Aangetrokken gelden (O/G)

Lang

-134.500

-172.500

-172.500

-172.500

-161.500

Kort

-16.874

-8.333

-5.000

totaal portefeuille

-150.431

-180.045

-166.388

-168.254

-153.100

De portefeuille beleggingen is een aantal jaren terug nagenoeg geheel vrijgevallen (hoewel het nu wat oploopt door de startersleningen) terwijl de portefeuille aangetrokken leningen juist sterk was toegenomen, als gevolg van de vele en grote investeringen die in die periode zijn gedaan. Nu het Grondbedrijf een positieve cashflow vertoont, dalen de aangetrokken gelden weer.

Dit weerspiegelt zich uiteraard in de ontwikkelingen van rentebaten en -lasten.

Portefeuilleresultaat

2013

2014

2015

2016

2017

belegde gelden (U/G)

36

130

128

145

167

aangetrokken gelden (O/G)

-5.326

-6.131

-6.083

-5.600

-5.162

kosten portefeuille O/G

3,20%

3,35%

3,43%

3,23%

3,24%

totaal portefeuilleresultaat

-5.321

-6.001

-6.007

-5.455

-4.995

Risicoprofiel

Renterisico

Onder renterisico wordt verstaan de mate waarin het saldo van de rentelasten en de rentebaten verandert als gevolg van wijzigingen in het rentepercentage op leningen en uitzettingen. Ter beheersing van het renterisico op kortlopende schulden is in de Wet fido de kasgeldlimiet opgenomen. Deze limiet is ingesteld om te voorkomen dat gemeenten teveel kort geld lenen waardoor bij een sterke stijging van de rente de rentelasten ineens explosief zouden toenemen. Voor Nieuwegein bedraagt de kasgeldlimiet voor 2017 € 14,7 miljoen maar omdat voor het hele jaar per saldo een liquiditeitsoverschot wordt verwacht zal deze limiet zeker niet overschreden worden.  
Ter beheersing van het renterisico op langlopende schulden is de renterisiconorm ingesteld. Deze norm beoogt een zodanige opbouw van de leningenportefeuille dat het renterisico als gevolg van rente-aanpassing en herfinanciering van leningen wordt beperkt. Voor Nieuwegein bedraagt deze norm in 2017 ruim € 34 miljoen terwijl er slechts € 3 miljoen zal moeten worden afgelost, wat bovendien niet opnieuw wordt gefinancierd. Ook voor de jaren erna zullen we in principe aan deze norm kunnen voldoen omdat er bij de opbouw van de portefeuille is gestreefd naar voldoende spreiding in vervaldata en omdat slechts een deel zal worden geherfinancierd.

Kredietrisico

De omvang van de portefeuille beleggingen van de gemeente zal in 2017 circa € 4,4 miljoen bedragen, een lening aan een verbonden partij, een drietal kleinere aan lokale instellingen uit oogpunt van maatschappelijk nut en leningen aan starters. De risico's op deze beleggingen zijn bijzonder laag (ook op de laatstgenoemde: voor de startersleningen geldt namelijk ook de Nationale Hypotheekgarantie).  

Behoudens kleinere uitzettingen uit oogpunt van maatschappelijk nut mogen vanaf eind 2013 overtollige gelden alleen nog maar bij het rijk of lagere overheden worden belegd. Het risico van dat laatste is natuurlijk minimaal.